Open de leider volger per fase"toolbox om het type interactie te analyseren dat plaatsvindt in een hyperscanopname. Selecteer in MATLAB de mat-bestanden voor elk brein en laad de HBO- of HBR-gegevens van het specifieke kanaal en de gebeurtenis in een eendimensionale vector als signaal één en signaal twee. Definieer in de MATLAB-opdrachtregel de parameters van de functies lage frequentie en hoge frequentie.
De standaardwaarde van lage frequentie is 0.01 hertz en hoge frequentie is één hertz. Definieer vervolgens de parameter voor het fasebereik, gevolgd door de drempelwaarde. De standaardwaarde van de drempelwaarde is nul.
Voer de MATLAB-functie LeaderFollowerByPhase uit" door de opdracht in te voeren die op het scherm wordt weergegeven. De gereedschapskist genereert één figuur met vier plots. Inspecteer in MATLAB de grafiek van het doosdiagram, die de R-kwadraatwaarden toont voor elk type interactiecategorie in fasesignaal één, leidend signaal twee leidend en antifase.
Inspecteer vervolgens het staafdiagram op het uitvoercijfer, dat de maximale waarden, het gemiddelde en de mediaan voor alle interactietypen weergeeft. Het spreidingsdiagram geeft de waarden van de samenhang en de soorten interactie in de loop van de tijd weer. De verdeling van de tijd volgens verschillende soorten interacties.
Inspecteer vervolgens de uitvoertabel met de statistische waarden voor elk type interactie. De tabel geeft ook het percentage van de tijd weer waarvoor elk type interactie heeft plaatsgevonden. Onderzoek ten slotte de uitvoerwaarde in het geëxtraheerde spreadsheetbestand.
De classificatieanalyse werd herhaald met een drempel van 0,5 op dyade A om de invloed van het veranderen van de minimale drempelwaarden op de classificatie van de soorten interactie binnen een dyade te onderzoeken. Het resultaat laat zien dat wanneer een drempel van 0,5 werd gebruikt, de verdeling van de verschillende soorten relatieve faserelaties veranderde. Het percentage antifasesynchronisatie steeg van 35% naar 59% en het percentage eindfasesynchronisatie daalde van 26% naar 8%Dit suggereert dat antifasesynchronisatie het type interactie kan zijn dat meer representatief is voor deze dyade.